Licht, lucht en ruimte aan de Sloterplas

    Licht, lucht en ruimte aan de Sloterplas

    Sinds de opening van het Van Eesteren Museum in 2010 ben ik betrokken geweest als webredacteur en als adviseur en organisator van het programma. Deze zomer heb ik een stap terug gedaan, tijd voor nieuwe dingen. Maar ik ben nog altijd verbonden aan het museum, en wat was ik trots op de opening van het Van Eesteren Paviljoen afgelopen oktober. Wat een prestatie de realisatie van dit nieuwe onderkomen aan de Amsterdamse Sloterplas. Immers is het museum nog maar zeven jaren jong, en voor het grootste deel gerund door vrijwilligers.

    Korteknie Stuhlmacher Architecten ontwierp het gebouw. ‘Met een bewust gekozen combinatie van moderne eenvoud, duidelijke lijnen, veel licht, heldere, grafische kleuren en natuurlijke materialen refereert het ontwerp aan Scandinavische paviljoens en huizen uit 50er en 60er jaren. Deze architectuur past zowel bij de oorspronkelijke opzet en het gedachtegoed van Van Eesteren als bij de huidige tijd’. In het NRC schreef architectuurcriticus Bernard Hulsman een lovende recensie. Hij noemt ‘zowel het in- als het exterieur een prachtige, ritmische ode (…) aan het optimistische modernisme van de wederopbouwtijd’.

    Met een bewust gekozen combinatie van moderne eenvoud, duidelijke lijnen, veel licht, heldere, grafische kleuren en natuurlijke materialen refereert het ontwerp aan Scandinavische paviljoens en huizen uit 50er en 60er jaren
    Korteknie Stuhlmacher Architecten

    Het Van Eesteren Museum laat een breed publiek kennis maken met het cultuurhistorisch erfgoed van stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren. Met veel plezier heb ik jaren excursies georganiseerd met een vintage bus of discussies over actuele thema’s. Ik heb gewerkt aan verschillende exposities, met bijbehorend randprogramma, zoals ‘Het Groen en de Tuinsteden’. Hiernaast heb ik geregeld Van Eesterengesprekken georganiseerd en verslagen, en meegeschreven aan het boekje ‘Er is eens’, over het ontstaan van de jaren ’50 museumwoning.

    Een rode draad was het draaiende houden van de website en social media, en verdere zo onmisbare communicatie. Want lang niet genoeg mensen weten af van dit bijzondere museum.