Een optimistisch baken in de K-buurt

    Een optimistisch baken in de K-buurt

    Een artikel van mijn hand uit 2012 op www.tubelight.nl >>

    In Amsterdam Zuidoost bestaat zoiets als het Bijlmer Museum; een gebied waar de oorspronkelijke principes van stedenbouwkundig functionalisme – scheiding tussen wonen, werken en verkeer – goed bewaard zijn gebleven. Je ziet er een zestal honingraatflats, gebouwd rond 1970, te midden van een autovrij parklandschap met waterpartijen. Autovrij omdat parkeergarages de flats flankeren. Kon je hup je auto parkeren en via een overdekte galerij naar huis. Parkeergarage Kraaiennest is zo’n garage, met op de begane grond tevens een winkelcentrum. Helemaal handig.

    Na dertig jaar is de monumentale garage voor een groot gedeelte in onbruik geraakt en oogde het gebouw sterk verloederd. Peter Stel (1964), kunstenaar en bewoner van de Bijlmer, is in 2007 gevraagd de aandacht af te leiden van de betonnen kolos. Dit resulteerde in 2009 tot het kunstwerk Ziezo, dat tevens onderdeel was van OPEN SOURCE AMSTERDAM, de eerste van een reeks internationale tentoonstellingen in de openbare ruimte van de Bijlmer.

    Stel noemt het een gefragmenteerd ‘environmetal sculpture’; pixels gemaakt van stalen platen die voor een groot gedeelte het gebouw ‘overwoekeren’, maar niet volledig verhullen. De kunstenaar is namelijk van mening dat de garage en zijn omgeving veruit de beste plek is om de Bijlmer te overzien. ‘Je kan het niet wegmoffelen’. En dus zijn er plekken kaal gelaten.

    De materiaal- en kleurkeuze zijn opvallend. De platen zijn ons allen bekend als middel om bepaalde plekken af te zetten. En de gebruikte kleuren rood en wit zijn signaalkleuren. Veel gebruikte kleuren rondom het gebouw, bij stopborden en afrasteringen.  Je hebt haast het gevoel dat het kunstwerk je halt doet houden. Toch mag je er doorheen.

    Of erop. Onderdeel van het kunstwerk is namelijk een op de balkonrand balancerend kantoor – eigenlijk een keet – en twee multifunctionele ruimtes tussen de parkeerdekken van de 4e en 5e verdieping. Bij het ontwerp van deze twee ruimtes is door het toevoegen van enkele dunne wanden en veel glas gebruik gemaakt van het bestaande: veel beton en het uitzicht. Stel vind dat hij gezorgd heeft voor de ‘hardware’. ’s Zomers zorgt het kunstproject Fat Form voor de ‘software’: een eindeloze opeenvolging van artistieke activiteiten door artistiekelingen uit het buitenland en de Bijlmer zelf.

    De garage Kraaiennest hoef je niet meer te zien als een oude betonnen kolos, maar als, zoals Stel het mooi verwoordt, een ‘optimistisch baken in de K-buurt’. Met een  boodschap die van de zijgevel afspat: ‘Ziezo’. Zie Zuidoost.

    Buurthuis Cinetol broedplaats, het nieuwe buurthuis

    Buurthuis Cinetol broedplaats, het nieuwe buurthuis

    He was an old man who fished alone in a skiff in the Gulf Stream and he had gone eighty-four days now without taking a fish. In the first forty days a boy had been with him…

    Een échte Woody Wonder bungalow

    Een échte Woody Wonder bungalow

    He was an old man who fished alone in a skiff in the Gulf Stream and he had gone eighty-four days now without taking a fish. In the first forty days a boy had been with him. But after forty days without a fish the boy’s parents had told him that the old man was now definitely and finally salao…

    Zijn wat je ziet, aan de voet van de Rembrandtparktorens

    Zijn wat je ziet, aan de voet van de Rembrandtparktorens

    Je ziet ze, fietsend over de meanderende paden van het Rembrandtpark, liggend in het frisse groen, of rijdend over de A10. Hoog torenen een tiental gebouwen boven het groene maaiveld uit, hier aan de rand van het park, op de grens van oud en nieuw Amsterdam-West. Volgens de Avant-gardistische principes van de moderne stedenbouwkundigen en architecten vormen de torens een esthetisch accent in het landschap: verticaal in evenwicht met het overwegend horizontale. De Rembrandtparktorens, van architectenbureau Zanstra, Gmelig Meyling, de Clercq Zubli, hebben begin jaren ’70 gelijktijdig met het park vorm gekregen,.
    Het landschap doet grootstedelijk aan. Hier waan ik mij, op mijn dagelijkse route door het park, in het buitenland. Even ben ik in Central Park, evenals het Rembrandtpark aangelegd in de Engelse landschapsstijl en met een spectaculaire skyline. Dat ik nooit in New York ben geweest, doet deze voor sommigen onrealistische vergelijking verklaren. Ook doen de torens mij zo nu en dan terugdenken aan de buitenwijken van Praag, waar ik als Erasmusstudent menig uur lummelend heb doorgebracht. Sinds Amsterdam mijn stad is, voel ik mij regelmatig toerist in eigen stad. Hier kan dat goed.
    Af en toe fantaseer ik over een woning in een van de torens. Ervaren of het zo is dat grootstedelijk wonen in hoogbouw, letterlijk én figuurlijk, zorgt voor een breder zichtveld. Zo’n loft is voor mij vooralsnog te duur. Gelukkig is dit andere perspectief ook te verkrijgen bovenop het voormalige kantoorgebouw, getransformeerd tot hotel met skylounge. Voor de prijs van een cocktail.

    Dit stukje schreef ik in 2014 voor de blog www.zijnwatjeziet.nl. Waarop schrijvers een ode brengen aan hun lievelingsplek, in nooit meer dan 250 woorden. Elke zondag een nieuwe schrijver en een nieuwe plek. Gastschrijvers zijn welkom. De blog is een initiatief van Kris Oosting, urbanist dan wel planoloog en geïnteresseerd in de manier waarop mensen plekken beleven. De titel ‘Zijn wat je ziet’ is ontleend aan het gedicht Hof van Rutger Kopland.

    Hoogbouw

    Hoogbouw

    He was an old man who fished alone in a skiff in the Gulf Stream and he had gone eighty-four days now without taking a fish. In the first forty days a boy had been with him…

    Publicaties over wederopbouwerfgoed

    Publicaties over wederopbouwerfgoed

    Voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heb ik als redacteur een bijdrage geleverd aan het landelijke programma gericht op wederopbouwerfgoed. Samen met architectuurhistorica Isabel van Lent werkte ik aan een reeks publieksbrochures van wederopbouwgebieden die door het Rijk zijn geselecteerd vanwege hun bijzondere cultuurhistorische betekenis. Ze zijn bijzonder door de karakteristieke architectuur, stedenbouwkundige- of landschappelijke elementen uit de periode 1940 – 1965. Kom bijvoorbeeld meer te weten over de wederopbouwwijk Mariahoeve in Den Haag, de herstelde oorlogsschade in Oostburg of ruilverkavelingsgebied Haskerveenpolder.

    Actuele thema’s
    Als afsluiting van het programma was ik (eind)redacteur van de e-publicatie ‘Wederopbouw, een kansrijke erfenis. Handreiking bij transformatieopgaven’. Een halve eeuw na de wederopbouwperiode zijn de naoorlogse gebieden enerzijds tot volle wasdom gekomen, maar moeten we tegelijkertijd constateren dat de wereld veranderd is. Bijna zonder uitzondering zijn de naoorlogse gebieden op dit moment onderwerp van grotere of kleinere transformatieopgaven. Deze publicatie laat zien hoe de bestaande kwaliteiten hierbij kunnen worden benut. Actuele thema’s komen aan de orde, zoals de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad, klusflats, de revitalisering van naoorlogse winkelstrips, zorg in de wijk, de kwaliteit van naoorlogse scholen en het belang van groen in de stad.

    Nieuw-West Open

    Nieuw-West Open

    Cultureel programma Nieuw-West Open reisde gedurende 60 weken door het 60 jarige Amsterdam Nieuw-West. Met een klein projectteam, in samenwerking met lokale partijen en veel enthousiaste mensen, ‘openden’ we elke maand een nieuw gebied door bestaande kwaliteiten in het licht te zetten en met elkaar verbonden.

    Het ging om bijzondere beelden en gebouwen, winkels, horeca, broedplaatsen en groen, en last but not least de mensen. Bewoners, ondernemers en kunstenaars deelden hun unieke blik op Nieuw-West met elkaar en met alle Amsterdammers. We keken samen terug, we keken vooruit maar vooral om ons heen. Van september 2012 tot en met november 2013, van Osdorp tot Slotermeer. We sloten af met een feestje in VLLA, in Overtoomse Veld. Het was een avontuur, op iets meer dan 30 km² hebben we zoveel gezien, beleefd en geleerd. Een bijzondere ervaring!

    We maakten bij wijze van archief een Nieuw-West Open gidsje met kaarten vol kunst, groen, architectuur en hotspots, en foto’s die tijdens de Nieuw-West Open reis werden verzameld. Ook dient de website www.nwopen.nl als archief. Het programma was een initiatief van Iris Dik, en werd ondersteund door Stadsdeel Nieuw-West, het AFK en verschillende woningcorporaties.

    Met een vintage bus door de Amsterdamse tuinsteden

    Met een vintage bus door de Amsterdamse tuinsteden

    Het was meteen een hit, de eerste excursie met een vintage NZH-bus door de Westelijke Tuinsteden. Voor het Van Eesterenmuseum organiseerde ik deze unieke excursie in de zomer van 2013. Een stampvolle bus geïnteresseerden lieten zich comfortabel en met Isabel van Lent als gids rijden langs stedelijke en architectonische hoogtepunten van vroeger, nu én toekomst.

    Het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) werd in de jaren dertig van de twintigste eeuw ontwikkeld, omdat Amsterdam nodig moest uitbreiden. Cornelis van Eesteren heeft als stedenbouwkundige een belangrijke rol gespeeld bij het ontwerp van het plan. De realisatie leidde in de naoorlogse jaren tot een verdubbeling van de omvang van de stad. De Westelijke Tuinsteden zijn de bekendste gebieden, maar ook Buitenveldert, delen van de Watergraafsmeer en Noord behoren tot het AUP.  Om toekomstige bewoners te verleiden hierheen te verhuizen, werden busexcursies georganiseerd. Een bewaarde brochure uit die tijd, dat zich bevindt in het archief van het museum, vormde voor mij de inspiratie op een zelfde wijze de wijken per bus te verkennen. Met een vintage bus, en bijbehorende chauffeur van het NZH Vervoer Museum, hebben we sindsdien vele busexcursies gemaakt. De NZH, dat staat voor Noord- en Zuid-Holland, reed lange tijd van de binnenstad van Amsterdam naar Zandvoort, via de Westelijke Tuinsteden. Hoe toepasselijk wil je het hebben?

    Speelse Stad van Aldo van Eyck

    Speelse Stad van Aldo van Eyck

    Wie kent ze niet, de aluminium duikelrekjes en klimkoepels? Of de betonnen zandbak. Met hieromheen een groene haag, die voor geborgenheid zorgde. En bankjes voor de moeders. Een basisprincipe in het ontwerp was het prikkelen van de fantasie, zo werden de kinderen uitgedaagd door bijvoorbeeld met iets simpels als een doek van de klimkoepel een tent te maken.

    De architect Aldo van Eyck heeft voor de Gemeente Amsterdam vanaf 1947 in dertig jaar tijd meer dan 700 speelplaatsen ontworpen. Anders dan de vooroorlogse speeltuinen, waar entree werd gevraagd, waren het openbare speelplekken, bedoeld voor alle stadskinderen, zowel arm als rijk. De speelplaatsen werden gerealiseerd in ‘open gaten’ in de binnenstad (vaak tijdelijk, tot ze plaats moesten maken voor bebouwing), en in de nieuwe uitbreidingswijken zoals de Westelijke Tuinsteden en Buitenveldert. Ze werden ingetekend in de uitvoeringsplannen van Van Eesteren’s Algemeen Uitbreidingsplan. Hierbij werd rekening gehouden met een goed te belopen afstand van 400 meter, tussen huis en speelplaats. Wie kent ze niet, de aluminium duikelrekjes en klimkoepels? Of de betonnen zandbak. Met hieromheen een groene haag, die voor geborgenheid zorgde. En bankjes voor de moeders. Een basisprincipe in het ontwerp was het prikkelen van de fantasie, zo werden de kinderen uitgedaagd door bijvoorbeeld met iets simpels als een doek van de klimkoepel een tent te maken. Eén speelplaats, aan de Witte Klok in Osdorp, is aangewezen als ‘cultuurhistorisch monument’, die behouden dient te worden als voorbeeld van zo’n speelplaats. Speeltoestellen uit de buurt zijn in 2013 als museumobjecten in de tuin van het Rijksmuseum opgesteld.

    In 2011 werkte ik mee aan de tentoonstelling De Speelse Stad van Aldo van Eyck in het Van Eesterenmuseum. Ik maakte onder meer een fietsroute, hier te downloaden. Bij stedelijke vernieuwing van Nieuw-West, waar de route doorheen leidt, zijn vele speelplaatsen aangepast verwijderd. Een voorbeeld is het exemplaar in het Braillehof, dat nog tot het laatste moment in oorspronkelijke staat was, heeft plaats moeten maken voor nieuwbouw, zoals eerder in de binnenstad op grote schaal is gebeurd.

    Foto: Braillehof in Amsterdam, jaren 50 / Stadsarchief Amsterdam

    Kan alles erfgoed zijn? Een goed gesprek

    Kan alles erfgoed zijn? Een goed gesprek

    Mei 2017 organiseerde Platform VOER – een afkorting van Visies Op Erfgoed & Ruimte – samen met het Van Eesterenmuseum in Amsterdam Nieuw-West een gesprek met de vraag ‘Kan alles erfgoed zijn?’. In een bomvolle zaal ontspon zich een gesprek over verschillende perspectieven op de rol van de erfgoedprofessional in de samenleving.

    Kan alles erfgoed zijn?

    De discussie vormde een vervolg op het pamflet met 10 suggesties voor de nieuwe rol van de erfgoedprofessional, dat Platform VOER samen met Joks Janssen eind 2016 publiceerde. Dit pamflet is een poging om het debat over de veranderende rolverdeling in het ruimtelijke domein in woorden te vatten. Eén van de 10 tips luidt: “accepteer dat alles erfgoed kan zijn”. Door deze stelling te problematiseren tegen de achtergrond van de stedelijke vernieuwing in Amsterdam Nieuw-West, ontstond ruimte voor reflectie op het dagelijkse werk van de erfgoedprofessional.

    Eén van de doelen van het open gesprek was om in een collectieve brainstorm na te denken over alternatieve vormen van waardering van erfgoed. Om hiervoor concrete suggesties te geven en reflectie te plegen had Platform VOER drie panelleden uitgenodigd: Tara Karpinski (ontwerpcollectief Pink Pony Express), Gábor Kozijn (Rijksdienst Cultureel Erfgoed) en de filosoof Pieter Hoexum.

    Lees hier het verslag terug, dat afsluit met het volgende: “De erfgoedsector mag trots op zichzelf zijn dat ze zich bezig houdt met het bestaande, stelde Hoexum. Uit die houding spreekt een zorgvuldigheid en waardering voor wat bedacht, ontworpen en geleefd wordt. Een houding die zich verzet tegen de wegwerpcultuur en waarden als duurzaamheid en circulariteit uitdraagt. En precies in dit gesprek over waarden kunnen erfgoedprofessionals een sleutelrol spelen in dialoog met de samenleving. Ongeacht of je aan Amsterdam-West of een hutje in de hei werkt, er zijn altijd mensen die willen vertellen hoe hun leven door hun omgeving meer kleur krijgt.”